Hoeveel deelfietsbedrijven bestaan er nu precies in Nederland? Opvallende nieuwkomers verdwenen de afgelopen jaren bijna even snel als ze gekomen waren, maar inmiddels lijken een aantal nieuwe fietsbedrijven een stabielere koers te varen.
Gemeenten hebben de afgelopen jaren in ieder geval een hoop leergeld betaald. Zo liet een bedrijf als Flickbike Amsterdam voor wat het was omdat de stad “niet open zou staan” voor het concept.
Rotterdam stelt inmiddels strengere voorwaarden aan deelfietsbedrijven. De liberale aanpak van de Maasstad zorgde eerder namelijk niet voor het gehoopte optimale aanbod. Rotterdam wil voor 2020 daarom een tussenweg bewandelen.
De deelfietsgeschiedenis is in Nederland overigens al heel oud. In 1965 lanceerde Provo het wittefietsenplan, dat daarna nooit van de grond kwam. In 2002 en 2006 werd het nog eens geprobeerd, maar het bleef bij korte experimenten.
Op de Hoge Veluwe staan al sinds 1975 simpele deelfietsen voor de natuurliefhebber, ook witte, met een knipoog naar het Amsterdamse initiatief.
Deelfietsbedrijven in Nederland
Maar waar zitten de grote deelfietsbedrijven, wie is er nog over en welke nieuwe initiatieven zien we nu? Wij zetten de bekendste en opvallende aanbieders voor je op een rijtje.
Het provo-initiatief uit de jaren '60 en de fietsen op de Veluwe hebben we uit het onderstaande overzicht weggelaten, zodat we duidelijk kunnen zien wat er deze eeuw allemaal gebeurde.
Het oudste initiatief dat we in ons overzicht meenemen is daarmee de vertrouwde OV-fiets. Sinds 2008 eigendom van de Nederlandse Spoorwegen en het enige initiatief dat we in vrijwel het hele land terugvinden.
Topfietsjaar blijkt 2017, rond die tijd kwamen even bekende als beruchte bedrijven als oFo en oBike naar de Nederlandse markt. De belofte van een alom aanwezig makkelijk netwerk verviel in de praktijk tot rondzwervende fietsen, boze burgers en teleurgestelde bestuurders.
Rond 2018 waren oFo en oBike al weer vertrokken. Sommige fietsen werden opgekocht en doorverhandeld. Alleen al Rotterdam haalde 750 fietsen van oFo van de straten en anno 2019 worden er nog steeds wel eens oBikes in de struiken gevonden.
Inwoners van Amsterdam werden ook horendol van de lukraak geparkeerde deelfietsen in hun stad wat leidde tot een verbod van de gemeente. Uiteindelijk kan een ontheffing worden aangevraagd door aanbieders van deelvoertuigen.
De Gobike, met vaste stallingen die rondzwerven tegen moesten gaan, ging in 2019 over de kop. Uiteindelijk kon het initiatief niet rendabel worden gemaakt. Openbaar vervoer-organisatie R-Net kwam met een eigen initiatief, dat nog wel steeds bestaat.
Vergunningstelsel voor deelfietsbedrijven
Naast de deelfiets is de deelscooter inmiddels een bekend onderdeel van het stadsbeeld. Het bedrijf Felyx lijkt zich welbewust van het slechte imago dat deelfietsen het idee hebben gegeven. Directeur Quinten Selhorst stelde dat wat hem betreft de stoepen zoveel mogelijk gevrijwaard blijven van stilstaande scooters. "Wij geven de scooter een beter imago."
Felyx krijgt er wel een concurrent bij: Go Sharing. Dit nieuwe bedrijf hoopt ook meer toeristen te trekken dan Felyx, dat bedrijf mikt juist niet op buitenlandse bezoekers omdat het vreest dat zij de Nederlandse verkeersregels niet goed genoeg kennen.
Steden lijken ook geleerd te hebben van de massa's deelfietsen, de deelstep moet in Rotterdam bijvoorbeeld al direct voldoen aan het nieuwe vergunningsstelsel. Verder valt op dat veel deelfietsen een lokaal fenomeen blijven. Ook de grote merken zijn vaak maar in enkele steden beschikbaar. Alleen de OV-fiets is een landelijk fenomeen.